De gemeente (Wmo en Jeugdwet, Participatiewet)

 

 

Sinds 1 januari 2015 heeft de gemeente er, op het gebied van zorg, jeugdhulp en werk, taken en verantwoordelijkheden bij. Deze taken zijn vastgelegd in drie wetten: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Jeugdwet (JG) en Participatiewet. Een deel daarvan is overgenomen van de Rijksoverheid; decentralisatie.

 

Ook aanverwante taken zoals handhaving bij leerplicht, passend onderwijs, schuldhulpverlening en leerlingenvervoer.

   

Het gaat bij de Wmo vooral om praktische hulp (individuele begeleiding, huishoudelijke hulp, dagbesteding voor ouderen, langdurig verblijf en diverse hulpmiddelen), niet de medische zorg.

 

Via de jeugdwet kunnen jongeren met een beperking, stoornis of aandoening en hun ouders bij de gemeente terecht voor hulp en ondersteuning bij opgroeiproblemen en opvoedproblemen. Het gaat onder andere om begeleiding, persoonlijke verzorging (zogeheten persoonlijke verzorging met de handen op de rug), kortdurend verblijf, behandeling en verblijfszorg. Niet alleen het kind staat centraal, maar het hele gezin.

 

Alleen de zorg voor kinderen en jongeren met ernstige verstandelijke, lichamelijke of meervoudige beperkingen valt onder de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Het gaat dan om kinderen die blijvend de hele dag intensieve zorg en toezicht dichtbij nodig hebben.

 

 

 

Met ingang van 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. In deze wet zijn drie wetten samengevoegd: Wet werk- en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong), Wet werk en bijstand (Wwb) en sociale werkvoorziening (Wsw). Met de Participatiewet wil de regering ervoor zorgen dat iedereen gewoon meedoet in de samenleving. Ook als het om werk gaat; arbeidsparticipatie. De Wajong bestaat nog voor mensen die door hun beperking echt niet kunnen werken. De Wajong krijgt een andere omschrijving: arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.