Wat regelt de Jeugdwet?
De Jeugdwet is bedoeld voor iedereen onder de 18 jaar die begeleiding of ondersteuning nodig heeft bij het opgroeien of bij de opvoeding.
De gemeente is uitvoerder van de Jeugdwet.
Uitgangspunt is om goede zorg voor het kind te garanderen, door de zorg minder versnipperd aan te bieden, met minder zorgverleners per kind en per gezin. In de ogen van het kabinet kan dat het beste vanuit een loket dichtbij het gezin.
De Jeugdwet is niet bedoeld voor kinderen en jongeren die intensieve zorg nodig hebben en kinderen die levenslang permanent toezicht nodig hebben.
Kinderen met een indicatie Intensieve kindzorg (IKV) (met grondslag LG) vallen onder de Zorgverzekeringswet.
Kinderen waarvan het vrijwel zeker is dat zij zich niet kunnen ontwikkelen tot een niveau waarop zij met ondersteuning zelfstandig kunnen wonen, die dus permanent toezicht of 7x24 uur zorg nodig hebben en/of die zijn geïndiceerd in een hoog ZZP vallen onder de Wet langdurige zorg (Wlz).
Kinderen die verpleging nodig hebben, vallen onder de zorgverzekeraar. Daarnaast kunnen ze voor begeleiding, kortdurend verblijf een beroep doen op de Wmo.
De gemeente is uitvoerder van de Jeugdwet
Uitgangspunt in de nieuwe wet is om goede zorg voor het kind te garanderen, door de zorg minder versnipperd aan te bieden, met minder zorgverleners per kind en per gezin. In de ogen van het kabinet kan dat het beste vanuit een loket dichtbij het gezin.
De gemeente is verantwoordelijk voor:
Zorgplicht
Er is geen sprake meer, zoals voorheen in de AWBZ, van wettelijk recht op zorg. Het wettelijk recht op zorg is vervangen door zorgplicht. Vergelijkbaar met de compensatieplicht, zoals die geregeld is in Wmo. Uitgangspunt is de eigen kracht van het kind (tot 18 jaar) en zijn ouders. De gemeente is alleen verplicht een voorziening te treffen als het kind en zijn ouders er op eigen kracht niet uitkomen. Is dat het geval, dan beslist de gemeente of en welke voorziening een kind nodig heeft. Als het om gespecialiseerde zorg gaat, waarin een individuele voorziening wordt toegekend, dan geeft de gemeente een beschikking af. Als ouders het hiermee niet eens zijn, kunnen ze hiertegen in bezwaar gaan.
Indicatie en eigen bijdrage
Wanneer uw kind hulp of ondersteuning nodig heeft kunt u bij uw gemeente een ‘melding’ doen. Dit is de term die gemeenten hanteren voor de aanvraag die u doet om zorg te krijgen voor uw kind. In Terneuzen neemt een medewerker van Jeugd en Gezin van Aan-Z contact daarna contact met u op.
Er zal een persoonlijk gesprek gepland worden, waarbij onderzocht wordt welke zorg er nodig is. In de volksmond wordt het onderzoek ook wel keukentafelgesprek genoemd. Er dient zorgvuldig naar de persoonlijke omstandigheden en de behoefte en mate van beperking van de aanvrager gekeken te worden. Dit gesprek kan elders dan bij u thuis plaatsvinden. U bent wel verplicht om aan het onderzoek mee te werken. U kunt altijd iemand meenemen naar het gesprek, zoals een partner, familielid of mantelzorger. U kunt u ook bij laten staan door een cliëntondersteuner. Die dient door de gemeente gratis beschikbaar gesteld te worden. Tijdens het gesprek zullen onder andere de persoonlijke omstandigheden van uw kind, de ondersteuning die nodig is om de zelfredzaamheid en participatie te verbeteren, wat uw kind op eigen kracht kan oplossen, wat mantelzorgers, familie en vrienden (sociaal netwerk) kunnen bijdragen aan een oplossing, welke algemene voorzieningen (zoals buurthuis) een oplossing kunnen bieden, bekeken worden.
De gemeente dient, binnen zes weken nadat u de melding heeft gedaan, een gespreksverslag te sturen. Dit is eigenlijk een onderzoeksverslag, waarin wordt beschreven welke voorzieningen nodig zijn, waarom een algemene of een individuele voorziening nodig is.
Wanneer een individuele voorziening wordt toegekend, wordt meestal al aangegeven om welke voorziening het gaat, hoeveel ondersteuning er wordt afgeleverd (uren/dagdelen per week), wat het doel is van de ondersteuning en de activiteiten die plaats moeten vinden om dat te bereiken.
Wanneer u het niet eens bent met de beslissing van de gemeente dan kunt u binnen zes weken na de verzenddatum van de beschikking een bezwaarschrift indienen. Dit is gratis. U moet hierin aangeven waarom u het niet eens bent met de beslissing. Het College van B&W neemt een beslissing over het bezwaarschrift. U krijgt hiervan een brief. Bent u het ook met die beslissing niet eens, dan kunt u daartegen in beroep gaan. Dit is niet gratis. Er moet griffierecht over betaald worden. Daarna kunt u nog in beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep. Dit gebeurt steeds vaker, met succes.
Er wordt geen eigen bijdrage berekend.
Leveringsvormen
Zie tab “leveringsvormen” voor nadere uitleg.
Belangrijke websites