WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO)
Woont u zelfstandig en heeft u vanwege een beperking problemen met dagelijkse handelingen? Sinds 1 januari 2015 geldt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De gemeente voert deze wet uit. Zij zoekt samen met u naar een passende oplossing voor uw hulpvraag. Kijkend naar de omgeving en waar nodig met professionele zorg of ondersteuning.
De Wmo is er voor volwassenen die door hun handicap of beperking worden belemmerd in hun dagelijks leven waardoor het moeilijk is om activiteiten zelfstandig te kunnen doen en om allerlei problemen zelf te kunnen aanpakken. Lukt het u niet op eigen kracht en hebt u geen hulp uit uw omgeving, dan kunt u een beroep doen op de Wmo. De gemeente zoekt dan samen met u naar een passende oplossing/voorziening voor uw hulpvraag. Kijkend naar de omgeving en waar nodig met professionele zorg of ondersteuning. Het maatschappelijk doel van de Wmo is “meedoen”. De wet moet ervoor zorgen dat volwassenen met een beperking zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en kunnen meedoen in de samenleving. De voorziening kan een maatwerkvoorziening (afgestemd op uw situatie) of een algemene voorziening (voorziening die voor iedereen open staat/vrij toegankelijk is) zijn.
De gemeente is uitvoerder van de Wmo.
De Wet maatschappelijke ondersteuning regelt:
Indicatie
Wanneer u ondersteuning nodig heeft, kunt u bij uw gemeente een “melding” doen. Dit is de term die gemeenten hanteren voor de aanvraag die u doet om zorg (of voorziening) te krijgen. De gemeente moet dan een onderzoek (het keukentafelgesprek) met u en eventueel mensen in uw omgeving, zoals mantelzorgers (bv partner, familieleden), naar uw persoonlijke situatie doen. U kunt zich door een onafhankelijk cliëntondersteuner. Dit moet de gemeente voor u regelen. De ondersteuning is gratis. De gemeente moet binnen 6 weken na uw melding het onderzoek uitvoeren. De uitslag hiervan bepaalt of u ondersteuning kunt krijgen van de Wmo.
Bij het onderzoek wordt gekeken naar uw behoeften en voorkeuren. De gemeente kijkt eerst wat u zelf nog kunt doen en of mensen in uw omgeving (uw sociaal netwerk) u zouden kunnen helpen. De gemeente moet ook kijken of uw mantelzorger(s) zelf hulp nodig heeft/hebben. Het keukentafelgesprek gaat over verschillende onderwerpen, zoals het huishouden doen, uw woning, werk en inkomen en sociale contacten.
Gemeenten kunnen dit gesprek zelf voeren of ze regelen dat een andere organisatie dit voor hen doet, bv een sociaal wijkteam. In dat geval bespreekt een medewerker van het sociale wijkteam uw persoonlijke situatie dan met u.
Iedere gemeente onderzoekt uw persoonlijke situatie op haar eigen manier.
De gemeente kijkt eerst of u voldoende geholpen bent “algemene voorzieningen”, zoals ontmoetingsochtenden en maaltijdservice.
Ook wordt nagegaan of u al zorg en/of ondersteuning vanuit andere wetten krijgt, zoals de Jeugdwet, Participatiewet of Zorgverzekeringswet.
Wanneer uit het onderzoek blijkt dat hulp uit uw omgeving en algemene voorzieningen niet voldoende zijn, doet de gemeente een voorstel voor een “maatwerkvoorziening”, zoals een scootmobiel, huishoudelijke hulp en individuele begeleiding. De gemeente is dus verplicht om ondersteuning vanuit de Wmo te bieden wanneer uit het onderzoek blijkt dat u onvoldoende zelfredzaam bent of niet goed kunt meedoen in de maatschappij en dat uw netwerk niet kan bijdragen.
Wanneer u het niet eens bent met de beslissing van de gemeente kunt u binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen waarin u aangeeft waarom u het niet eens bent met de beslissing. Dit is kostenloos. De gemeente moet binnen 6 weken een beslissing op uw bezwaarschrift nemen. Deze termijn kan met 6 weken verlengd worden. De gemeente zal haar besluit opnieuw moeten overwegen en in de nieuwe beslissing aangeven waarom zij tot het besluit is gekomen. Daarna kunt u, indien nodig, in beroep gaan bij de rechtbank (niet gratis). Daarna kunt, indien nodig, in hoger beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep.
Eigen bijdrage
Bent u 18 jaar of ouder, dan betaalt u een eigen bijdrage voor ondersteuning die u thuis krijgt uit de Wmo (officieel Wmo 2015). Het CAK int de eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening in uw gemeente. De hoogte is afhankelijk van uw inkomen, vermogen, leeftijd en gezinssamenstelling. Uw gemeente kan voor kinderen tot 18 jaar alleen een eigen bijdrage vragen voor woningaanpassingen uit de Wmo.
Sommige gemeenten vragen ook een eigen bijdrage voor hulpmiddelen. De eigen bijdrage mag nooit hoger zijn dan de aanschafwaarde van het hulpmiddel of het maximale periodebijdrage. Wanneer de eigen bijdrage even hoog is als de aanschafwaarde, dan kan het verstandiger zijn om het hulpmiddel zelf te kopen. U heeft dan keuzevrijheid bij het hulpmiddel en u kunt vaak sneller gebruik maken van het hulpmiddel. Bedenk wel dat wanneer u het hulpmiddel zelf aanschaft u zelf de kosten voor het onderhoud en service moet betalen.
Leveringsvormen
Zie tab “leveringsvormen” voor nadere uitleg.
Belangrijke websites